een potje breken, pottenkijkers, op ieder potje past een deksel, kleine potjes hebben grote oren, de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet, potverdikkie, de hond in de pot vinden, de pot op, beter een luis in de pot dan helemaal geen vlees, haar pot is aangebrand, eten wat de pot schaft, het is één pot nat, naast de pot piesen, zo dicht als een pot zijn, wie de pot breekt betaalt de scherven.